Thursday 13 October 2011

Hen/hun - geen reclame voor de Taalunie

Tijdens een discussie over de vraag of Vlamingen wel goede vertalers kunnen zijn werd mijn aandacht eens gevestigd op het feit dat 'hun' in het Nederlands ook wel eens wordt gebruikt voor het indirect object. In de volksmond ook wel het ‘meewerkend voorwerp’, maar eigenlijk bestaan er meer soorten indirecte objecten dan het meewerkend voorwerp alleen. Jawel er bestaat het meewerkend voorwerp, het belanghebbend, het ondervindend, het possessief en het ethisch. Meewerkend kennen we allemaal, belanghebbend is wat we met ‘voor’ ook zouden kunnen uitdrukken, ondervindend is wat iets als gevoel ondervindt (‘De woorden ontglipten hem’), het possessief is een vreemde uitdrukking die bezit uitdrukt zonder bezittelijk voornaamwoord (soms te vervangen door ‘bij’: De wind blies (bij) hem in het gezicht.) en ethisch: Dat is me wat.


Volgens mijn [I]Taalboek[/I], van de heren Smedts en Van Belle, beide professoren aan de KULeuven, wordt ‘hun’ ‘traditioneel als meewerkend en belanghebbend voorwerp’ gebruikt. Dat is dus simpel: ‘We schenken hun een glas jenever in’ (belanghebbend) en ‘We geven hun een klap.’ (meewerkend) Maar het is nog altijd ‘De woorden ontglipten hen’ (ondervindend), ‘De wind blies hen in het gezicht’ (possessief) en ‘Dat was hen daar wat moois’ (ethisch). [I]Onze Taal[/I] breidt de regel nog vrolijk uit door ‘hun’ ook nog te adviseren in sommige van de laatste drie gevallen (je moet [I]hun[/I] immers kunnen vervangen door voorzetsel + hen). Bij hen wordt het dus misschien ‘De wind blies hun in het gezicht’ (als de spreker vindt dat hij daar ‘bij’ kan tussenwurmen), maar het wordt wel zeker ‘Dat schoot hun in het verkeerde keelgat’, want het is toch zeker ook ‘Dat schoot bij hen in het verkeerde keelgat.’ Dus het possessief voorwerp is opeens ook maar ‘hun’ geworden. Helemaal gek wordt het als we de Taalunie erbij halen. Zij houden het bij het meewerkend, belanghebbend en ondervindend voorwerp,die het van hun moeten hebben. Dus het wordt zeker ‘De woorden ontglipten hun,’ terwijl dat door mijn twee professoren nog werd aanzien als iets anders. Ze lijken het er zelf niet over eens te zijn. Daarom dus dat [I]Onze Taal[/I] zo lief is ons ook nog een lijst met honderden werkwoorden te verschaffen zodat we allemaal zonder twijfel hun en hen zonder fouten kunnen gebruiken.


Waar komt dat probleem nu vandaan? Het is duidelijk dat niemand echt goed weet waar het probleem zit en wat nu net het juiste gebruik van hun en hen is. Raar maar waar, het concept van hen/hun werd bedacht door één man in 1625: Christiaan Van Heule. Hij was wiskundige en wetenschapper en natuurlijk ook Latinist zoals zoveel geleerden uit zijn tijd. Dus, zoals nog menig ander linguïst uit zijn tijd (ook over het Kanaal) vond hij dat het Nederlands toch zeker ook naamvallen of ‘gevallen’ moest kennen. Jammer genoeg bestonden die naamvallen niet en moest hij zich in bochten wringen om er toch maar bewijzen voor te vinden. Zo prijst hij de genitief aan als ‘van + substantief’. Het behoeft geen betoog dat een genitief niet simpelweg een voorzetsel van + substantief nodig heeft om genitief genoemd te worden, noch kennen we een vocatief in het Nederlands. Toen al niet, maar de man ging dus vrolijk door en stelde het woordje ‘hun’ voor als datief voor het voornaamwoord ‘zij’ meervoud. ‘Hen’ vond hij dan meer geschikt voor de accusatief. Een mens kan daarmee leven, ware het niet dat ondertussen het Systeem Van Heule is gereduceerd tot het gebruik van ‘hun’ in de enkele gevallen hierboven aangegeven. De vraag is natuurlijk ook of de heer Van Heule wel goed de draagwijdte van zijn eigen regel kende. Zou hij gezegd hebben ‘Het is hun teveel’ of ‘Het is hen teveel.’?


Eigenlijk kennen we dus voor het meewerkend, belanghebbend en ondervindend voorwerp de datief en voor het possessief en ethisch voorwerp de accusatief. Dat is hoogst vreemd te noemen, want er is geen enkele taal waar het indirect object door verschillende naamvallen wordt bediend. Nederlands zou hiermee alleen staan. Nog vreemder wordt het echter, als we weten dat het possessief voorwerp ook als possessieve datief en het ethisch voorwerp als ethische datief worden aangeduid. In het Duits worden ze natuurlijk ook als datief verbogen: ‘Der Wind blies ihm ins Gesicht,’ en ‘Es war ihm zu laut.’ Dat is logisch want de ethische datief komt alleen voor bij koppelwerkwoorden, waarbij traditioneel wat als lijdend voorwerp kan bestempeld worden deel is van het naamwoordelijk gezegde en in de nominatief wordt verbogen. Het is immers te koppelen met het onderwerp (vandaar het woord ‘koppelwerkwoord’). Er kan dus geen accusatiefverbuiging gebruikt worden voor de ethische datief, zelfs niet als de Taalunie dat feitelijk voorschrijft, want het is eenvoudigweg taalkundige nonsens.


Bovendien moeten we nog opmerken dat ‘zij’ het enige persoonlijke voornaamwoord is dat zulke datief kent, want ik, jij, hij, zij (sing), wij en jullie hebben dat niet. Zou ‘zij’ (pl) dan het enige zijn in onze taal dat zo’n onderscheid kent? Nederlands zou ook de enige taal zijn waar het indirect object twee naamvallen kent, iets wat zelfs in oudere talen niet voorkomt. En we zouden iets dat datief genoemd wordt gaan verbuigen als een accusatief… Dat is toch wel heel vreemd, of is er toch ergens een klepel die in de verkeerde klok hangt?


Waarschijnlijk wel.


Daarom zijn de Taalunie, noch [I]Onze Taal[/I], noch de ANS, noch mijn twee professoren het eens over hetzelfde fenomeen en verkiest nagenoeg elke spreker in de praktijk ‘hen’ als algemeen objectvoornaamwoord, zoals in het Engels dus.


Rare jongens, die Nederlandssprekers.

Friday 29 April 2011

What Prince Harry said to his brother William while waiting for the bride

Someone could obviously not keep his curiosity under control while Kate was walking down the aisle, but more than look round, Prince Harry said something to his brother William...

"Wait until you see what she's got on."

That made me laugh.

I admire William for not looking round at all at that point.

Prince Harry, there are people who can lip read in this world, but fun must be had by all, including you and your brother. And admittedly, she really did look stunning, sorry, still looks stunning at this moment.



:)

Thursday 10 March 2011

Hema, Randstad en hun hoofddoek

Eergisteren werd in België, Genk meerbepaald, een vrouw ontslagen bij winkelketen Hema voor het dragen van een hoofddoek tijden de werkuren. Wel ontslagen… laten we zeggen dat de winkel een storm van reacties had ontvangen waardoor Hema zich genoodzaakt zag Randstad te vragen de uitzendkracht met haar hoofddoek niet meer terug te sturen. Het ging hier zelfs om een Vlaamse vrouw die zich had bekeerd tot de Islam en sinds vijf jaar, naar ik begrijp, begonnen was met het dragen van een hoofddoek. Ze had al in Antwerpen gewerkt met die hoofddoek en nu, na haar huwelijk, in Genk. Hema wist dan ook nog te zeggen in een persbericht, waarschijnlijk wat beduusd, dat diezelfde hoofddoek geen probleem vormde in Nederland, maar dat Hema zich aanpast aan het land waar het zich vestigt. Het is zelfs zo dat Hema zijn eigen hoofddoeken heeft, met Hema-logo. Alsof die winkelketen dan moet worden aangeklaagd voor racisme.

Ik wil het hier niet hebben over het onrecht dat Hema en Randstad deze vrouw aandoen. Het zijn zij niet die een probleem hebben. Uiteindelijk moet een winkel klanten hebben, want dat is zijn essentie. Als al die klanten worden afgeschrikt door die ene hoofddoek, dan zij het zo, dan moet die hoofddoek maar weg, zo simpel is dat. Ook al is het dan enorm wraakroepend. Randstad kan evenmin veel verweten worden vermits zij een klant hebben: Hema, en die klant bepaalt nog altijd Randstads inkomen. Dus, zelfde geval als Hema: de hoofddoek moet eruit, of moet toch wachten tot er een andere klant komt die die hoofddoek geen probleem vindt, wat tot nu toe niet zo gemakkelijk is gebleken. Vandaar natuurlijk het grote probleem in de uitzendsector, al aangekaart vorig jaar, dat vreemdelingen in het algemeen worden gediscrimineerd.

Wie er wel een probleem heeft is de Vlaming zelf. De hoofddoek lijkt wel een rode lap op een stier. "Ocharme die vrouw, die wordt verdrukt, we moeten haar bevrijden, ze moet en zal die hoofddoek afzetten." Vrijheid, blijheid. Vrijheid in de zin van het neo-liberalisme: we mogen niet langer vrij zijn, we moeten het zijn. Zo erg dat we niet meer vrij zijn om vrij te zijn. Parlementsleden zoals Filip De Winter blaffen mensen af op de publiekstribune van het parlement omdat ze een hoofddoek aanhebben. Ze zouden geen respect hebben voor het parlement en de neutraliteit van de staat! Maar sinds wanneer is de burger in een neutrale staat al even neutraal als de staat zelf? Sinds wanneer is de leerling in een staatsschool al even onreligieus als de school zelf? Dat gaat niet op en het is belachelijk. De neutraliteit van de staat is er alleen om de burger te beschermen tegen discriminatie op basis van religie/filosofie/principes van staatswege, in de rechtbank bijvoorbeeld (“Oh, u bent katholiek, dan moet u dubbel zoveel boete betalen voor uw parkeerovertreding als die vrijzinnige liberaal die naast u staat.”), niet om die principes van neutraliteit op te leggen, want dan is de staat niet langer neutraal en maakt ze zich schuldig aan hetzelfde als paradoxaal genoeg, Saoedi-Arabië. Zelfs parlementsleden zouden buiten die neutraliteit moeten vallen. Jawel, ze mogen naar de kerk, ze mogen van de daken schreeuwen dat ze socialist, vrijzinnig of ecologist zijn. Waarom niet? Moest dat niet mogen, dan kunnen we het parlement afschaffen. Het is een illusie te denken dat eender welk mens neutraal is in zijn denken. Het is gewoon onmogelijk.

Recent rees het idee bij mijn man en mij van misschien voor een aantal jaar naar Saoedi-Arabië te trekken. Niet voor het weer of de fantastische mensen, natuurlijk, maar voor een rijkelijk belastingvrij inkomen daar. Omdat ik wel wat meer wilde weten over die grote boze wolf, heb ik wat gelezen over dat land, en over de principes die ze er hanteren. Ik kreeg recent ook een boek van mijn vader, meer bepaald de Caïro-trilogie van Naguib Mahfouz, uitgegeven bij De Geus. Het is interessant om te zien hoe die maatschappij werkt, met een strikte scheiding tussen de seksen, wat wij wraakroepend vinden, maar toch niet zozeer anders en ongelukkiger voor die mensen, me dunkt.

I.v.m. Tussen Twee Paleizen verbaasde het mij van bij het begin dat er wel naar vrouwen wordt gekeken, wordt gedronken, wordt gerookt, drugs al dan niet. Zolang het binnenskamers gebeurt, is er niets aan de hand. Ook niet in Saoedi-Arabië nu. Er zijn geen kerken en er mogen geen religieuze symbolen binnen behalve Islamitische, maar wat u doet in uw huis, is uw probleem. We moeten dan wel een kanttekening maken bij de zedenpolitie, die zich, zelfs naar moslimstandaarden, meer permitteert dan ze eigenlijk mag. Zo is er de hoofddoek. Er is voorgeschreven in de Saoedische wet dat vrouwen zo’n lange jas aanmoeten, een kabaya, die hun lichaam bedekt behalve hun haar. Er staat niet in de wet, paradoxaal genoeg, dat ze een hoofddoek aanmoeten. Westerlingen kunnen dan ook wegkomen zonder hoofddoek rond te lopen in minder conservatieve delen van het land zoals Jeddah… totdat ze iemand van de zedenpolitie tegenkomen die hen opdraagt hun hoofd te bedekken. Niemand die die vrouw heeft gelyncht daarvoor, ook Saoedi’s niet.

Alhoewel Tussien Twee Paleizen in Egypte speelt en niet in Saoedi-Arabië, mogen we veronderstellen dat prostitutie en drinken evenveel immoreel zijn als in Saoedi-Arabië. Toch schrijft Mahfouz met verbazende normaliteit over minnaressen, dronkenschap, wijn en schrijft hij over de boezem en billen van vrouwen alsof ze waren gekleed in een topje en een jeans. Het is wat vreemd voor mij om dat te zien. Ik had het idee, zoals zovelen met mij waarschijnlijk, dat moslimvrouwen losse kleren moeten dragen om hun figuur te verhullen zodanig dat ze mannen niet kunnen verlijden. Als dat zo was, dan was dat een wat nutteloze operatie. Het is zelfs nog erger als de vrouw des huizes in het boek voor de eerste keer in haar leven een sluier aantrekt om de eerste keer in veertig jaar buiten te komen:

“[…]het was de eerste keer dat ze een sluier droeg, waarin de bevallige lijnen van haar figuur, die gewoonlijk door de wijde gilbaabs werden verhuld, goed uitkwamen.”

Het is toch wel vreemd dat wij die sluier zien als iets dat ons figuur wegneemt, terwijl het hier als iets moois wordt beschreven. Haar kleed binnenshuis is dan ook minder aantrekkelijk dan dat buitenshuis… Dan moet er wat mis zijn met onze perceptie in plaats van die van onze Egyptische vriend. Ofwel is het een boodschap van Mahfouz die duidelijk maakt dat het innerlijk van de mens - de mensen in het huis over wie gewaakt wordt door de man des huizes sajjid Ahmed - gewoon mens is en diezelfde mens pas mooi of lelijk is als hij een jas krijgt en zich naar buiten toe profileert. Het is inderdaad zo dat de mensen in het huis nooit buiten komen, of toch de meisjes niet. Waarschiinlijk uit schrik dat ze zich ook zullen verliezen in drank en de goede dingen van het leven, zoals sajjid Ahmed zelf. Het is inderdaad zo dat sajjid Ahmed alwetend is, zoals Allah, en dat de enige keer dat zijn vrouw Amina zich buiten waagt ze verwond raakt door een auto. De wereld is veel veiliger binnen en een mens moet beschermd worden tegen die lelijke invloeden. En dat is nu net wat men in Saoedi-Arabië probeert en wat wij proberen te doen in de westerse wereld door de hoofddoek te bannen. We denken dat we moslimterrorisme een halt toeroepen door de hoofddoek te verbieden, in Saoedi-Arabië denken ze zonde in het algemeen een halt toe te roepen door alles te verbieden. Hoe simplistisch kan een mens beginnen denken?

De reden waarom hoofddoeken en meer extremere vormen ervan zoals boerka’s en konsoorten, in zwang zijn gekomen is zelfs Islamspecialisten niet duidelijk. Het lijkt een later gebruik te zijn. De eerste sluiers zouden gedragen zijn door de vrouwen van de profeet Mohammed zelf en zouden dan, bij wijze van eerbetoon, zijn gedragen door vrouwen van stand die het zich konden veroorloven hele dagen gesluierd rond te lopen zonder er nadeel of hinder van te ondervinden (zoals boerenvrouwen bijvoorbeeld).

In het vele materiaal dat ik tot nu toe gelezen heb over Saoedi-Arabië in combinatie met Mahfouz en de Koran zelf (die Mahfouz vaak aanhaalt), is mij één ding opgevallen: de Koran en de principes die eruit voortkomen zijn heel erg transcendent en ietwat te vergelijken met die van de Quakers, alhoewel die laatsten Christenen zijn. Hoewel er tegenwoordig ook agnostische Quakers en ja, zelfs Islamitische Quakers, bestaan. Quakers zijn puriteins, maar op een vrijere manier dan andere godsdiensten, als we het een godsdienst kunnen noemen. Ze zijn de enige puriteinen (als dat al een respectabele term voor hen is) die abortus aan de vrouw zelf over laten en die niets tegen euthanasie hebben, ze oordelen niet want dat is alleen Gods rol. Hun benadering is een van de juiste morele weg volgen, niet wat wel of niet mag, en al zeker niet opgelegd door een of andere bisschop of paus. In die zin staan ze dicht bij de Islam. Ze hechten bijzonder veel belang aan vrede, gelijkheid, integriteit en eenvoud. Dit dan wel zo ver dat ze de eerste winkeliers waren die een vaste prijs hadden voor hun koopwaar, daar dat getuigde van eerlijkheid en eenvoud. De ene klant was namelijk dezelfde als de andere en moest dan ook niet minder of niet meer betalen dan zijn voorganger. Integriteit ook als het moeilijk is te zeggen wat je denkt tegen een vriend. Eerlijk duurt het langst, is inderdaad hun leuze. Enz. De liefdadisheid die moslims opgedragen wordt (het afgeven van een deel van hun inkomen aan de armen) is daar om Allah te danken voor de rijkdom die Hij de persoon heeft verschaft en die te delen met de minder gelukigge mensen in de wereld. De Ramadan is er om na te denken over onze eigen lusten en onze eigen wil. Ramadan heeft niets te maken met alleen het zeichzelf ontzeggen van voedsel, maar ook met geen ruzie maken en alle potentiële zonden die een mens kan begaan. De maand brengt een mens dichter bij Allah en dichter bij zichzelf, de creatie van Allah. Islam, voor zover ik het begrijp, propageert een levenswijze voor de mens die doordringt tot in zijn dagelijks leven zoals de Quakers, en die moet zorgen voor innerlijke rust. Een mens moet eerst en vooral innerlijk een goed mens zijn, dus drugs en alcohol… ze leiden af van God en dus zijn ze verkeerd. We kunnen dan ook begrijpen waarom alcohol verboden is voor moslims. Een moslim in Engeland zal inderdaad liever hebben dat zijn kinderen geen alcohol aanraken dan dat ze in de goot liggen. Dat er in Saoedi-Arabië de doodstraf wordt gevraagd voor alcohol- en drugssmokkel is dan ook niet te verbazen. Alcohol en drugs zijn een kwaad en dat kwaad moet koste wat het kost uit de maatschappij geweerd worden. Niet dat er geen alcohol te krijgen is… op de zwarte markt of in Bahrein, maar je kan het best niet vragen op de hoek van de straat of het van de daken schreeuwen.

En nu komen we bij het Hijab-principe. Nee, het is geen soort hoofddoek alleen, het is het algemene principe van bescheidenheid. Het wordt ten andere ook aan mannen voorgeschreven en draagt beide seksen op zich bescheiden te kleden, zoals de Quakers. Niets mag afleiden van Gods werk: de mens. Hij is niet zijn uiterlijk alleen. Dus mannen en vrouwen lopen rond in dezelfde kledij, weinig interessant. Alleen binnenshuis zullen ze iets aantrekken dat van Zara komt. Interessant, zeg nu zelf.

Een Saoedische man, en bij uitbreiding een moslimman, zal nooit (of zou toch niet moeten) met een vreemde vrouw alleen zijn. Dat is ongepast. Niet in een taxi (paradoxaal genoeg), niet ergens anders. Van de ene kant, als westerse vrouw, vind ik dat wat vreemd, maar van de andere kant is dat niet zo vreemd. Het is geen blijk van te weinig respect, eerder van teveel. Er zou eens iets moeten gebeuren waardoor beide mensen toegeven aan hun lusten. Lusten horen niet thuis in een goed moreel mens. Ze zijn een deel van het huwelijk en daarmee basta. Mogelijke verlokking is de eerste stap op de immorele weg, en dus is het verkeerd. Dus, totale scheiding van de seksen, dat is de gemakkelijkste manier om ontucht tegen te gaan. Vergelijk het met het chaperonneren van ongetrouwde meisjes vroeger. Niet omdat we de meisjes niet vertrouwden, maar omdat een man niet te vertrouwen was; omdat een man moest goedgekeurd zijn voor hij een vinger naar het meisje uitstak. In onze maatschappij van nu is de scheiding der seksen wel een probleem. We vinden dat vrouwen gelijk zijn aan mannen en daarmee basta en dat moet tot uiting komen aan de buitenkant. We moeten dezelfde dingen mogen, we moeten in het parlement, we moeten in de beheerraad van bedrijven zetelen. In een moslimmaatschappij zijn vrouwen ook gelijk, alleen niet aan de oppervlakte. Ze mogen rijkdom hebben en beheren, al sinds mensenheugenis. Dat mochten vrouwen niet in Europa tot de eeuwwisseling. Bij scheiding houden ze de kinderen tot ongeveer hun tiende jaar. Ook onbestaande in Europa tot de eeuwwisseling. Nu worden kinderen ondertussen heen en weer gesleurd tussen de ouders en zelfs tussen scholen. Want co-ouderschap. Niemand vraagt zich af wat het kind zelf daarvan vindt. Vrouwen en mannen mogen scheiden, dat is ook al een stap in de goede richting. Scheiden kon namelijk lang niet in de westerse maatschappij, en als het dan kon werden de kinderen resoluut aan de man toegewezen. Daarna dan weer aan de vrouw. De vader, arme man, had bezoekrecht van een dag om de twee weken. Alsof de vader niet belangrijk is in het leven van een kind. In de moslimwereld heeft mevrouw het recht de kinderen te houden zolang ze hun moeder nodig hebben, en daarna gaan ze naar de man en de vrouw heeft het recht ze te zien en te spreken. Onbestaande in Europa voor heel lang. En ja, als een vrouw overspel pleegt wordt ze gestenigd, maar overspel is iets immoreels. Het is niet omdat wij, als westerse maatschappij immorele daden accepteren dat een staat als Saoedi-Arabië dat moet. Als de staat Saoedi-Arabië zo graag een moreel bastion wil zijn, dan kunnen ze dat in ieder geval maar best afdwingen.

Zover ik het begrijp is elke immorele daad, of het stelen, liegen of overspel is, een zonde tegen het mensdom zelf en die wordt, onder de sharia bestraft, heel erg zelfs. Het is begrijpelijk, als het hoogste goed het redden van de ziel van ieder mens is, dat zulke slechte invloeden streng bestraft worden. Het is ook niet zo dat de mensen die zulke dingen doen niet weten wat eraan vast hangt. Jammer genoeg zouden ze in Saoedi-Arabië wel eens moeten leren dat de politie niet altijd gelijk heeft, maar fouten gebeuren nu eenmaal. Nog altijd worden mensen in de VS geëxecuteerd op basis van weinig bewijs. Dan kunnen we dat niet beter noemen. West-Europa verhangt dan wel weer geen mensen meer voor moord, maar het aantal moorden is er wel groter dan in Saoedi-Arabië, dat in de top 30 van landen in de wereld met de minste moorden komt. De vraag is of de straf de mensen niet afschrikt.

Maar dat hoogste goed: de morele mens komt ook terug in die hoofddoek en het huwelijk zelf. Het huwelijk wordt niet gevormd door de bruid en bruidegom in kwestie die op elkaar verliefd worden en, zoals bij ons, komen vertellen aan hun ouders dat ze gaan trouwen, wat die er ook van mogen vinden. Nee, het huwelijk is een contract tussen twee families en de twee partners in kwestie hebben elkaar soms zelfs niet gezien. Goede huwelijksbemiddelaarsters (geen mannen natuurlijk, want die mogen niet alleen zijn met vreemde vrouwen) brengen twee mensen samen die bij elkaar passen, zoals de Indiërs dat nu ook nog doen. Niet op ‘hoe ziet hij eruit’, maar op ‘wie past er bij hem/haar’. Het was zelfs verbazend te lezen in Mahfouz’ boek dat er zelfs weinig over het uiterlijk wordt gedacht. Natuurlijk wil het meisje in kwestie zich wel opmaken voor de huwelijksbemiddelaarsters, maar als er dan een aanzoek komt gaat het de familie niet om ‘hoe komt hij er voor’. Zoals bij de Quakers wordt een huwelijk dus gevormd op basis van karakter en op basis van de families die het erover eens zijn. Een vrouw kan ten andere ook weigeren als ze er niet mee instemt. Dan kunnen we wel zeggen dat het wat neerbuigend is een huwelijk te regelen voor een vrouw of man, maar van de andere kant zijn er genoeg voorbeelden van huwelijken die slecht gaan ondanks het feit dat de partners er zelf voor kozen (het laatste voorbeeld is Brigitta Callens en haar man. Het huwelijk hield drie maanden stand). Van de andere kant zijn er natuurlijk ook slechte paren, gevormd door dit soort huwelijksbemiddeling, maar dat is geen reden om deze praktijk radicaal af te wijzen, evenmin als het mislukken van liefdeshuwelijken in het westen er een is om maar weer terug te gaan naar het gearrangeerde huwelijk. Beide hebben hun voor- en nadelen.

In de westerse wereld van vandaag zijn wij vrouwen gelijk: we mogen alles dat mannen mogen, maar aan de andere kant moeten we ook vanalles dat vast hangt aan die gelijkheid. We mogen niet langer werken, we moeten een carrière hebben, we moeten geld verdienen – of we het nu nodig hebben om ons huis af te betalen of niet, meestal jammer genoeg wel -, we moeten naar beter streven, we moeten autorijden… Een vrouw, of bij uitbreiding man, die dat alles niet wil en thuis wil blijven voor haar/zijn kinderen kan ofwel niet om financiële redenen ofwel krijgt die commentaar van mensen die niet begrijpen hoe een mens een mens kan zijn zonder een volle agenda, een full-time job en een volle bankrekening die zorgt voor een enorm huis met een enorme kost en een prachtige designkeuken en misschien nog twee Toyota’s voor de deur… Het is onbegrijpelijk voor de meeste mensen waarom iemand zou verkiezen geen stress te hebben over wat er nog allemaal moet gedaan worden in het huishouden, rustig nog een boekje kan lezen in de namiddag, ’s morgens rustig zijn krant kan lezen, niet op zaterdag moet gaan winkelen met al de anderen… welke rust er neerdaalt zonder al dat gehaast van het ene naar het andere. Het is onbegrijpelijk, en dat heeft een vriendin zelf recent tegen mij gezegd, hoe het leuk kan zijn om geld te moeten vragen. Het ontgaat haar dan wel dat dat niet zozeer moet, dat een huisvrouw of –man ook over een eigen bankrekening en –kaart kan beschikken en dat hij/zij dan dat kleedje of pak zelf kan gaan kopen zonder daarom te moeten vragen. En zo hangt respect niet af van de rol van de partner, maar van hoe de ene partner door de ander wordt behandeld. In die zin is het dragen van een hoofddoek geen uiting van geen respect of onderdrukking zoals het dragen van een rok dat ook niet is. En ja, er is huiselijk geweld, dat is er in de westerse wereld ook. Het probleem is dat ook hier de vrijheid van het niet dragen van een hoofddoek tot een plicht is geworden. Vrouwen zijn niet gelijk omdat ze geen hoofddoek dragen, vrouwen zijn gelijk omdat ze gerespecteerd worden. Het feit dat mannen nog altijd het huishouden en de zorg voor de kinderen grotendeels overlaten aan hun vrouw, met minder vrije tijd voor mevrouw als resultaat, is veel erger dan het dragen van die hoofddoek. Aan de oppervlakte mogen we alles, en moeten we alles, maar het leven is meer dan de oppervlakte alleen.

De sluier en het aanhangend principe van bescheidenheid hebben daar naar mijn idee iets mee te maken. In moslimlanden wil men ten allen prijze vermijden dat mensen daar gehypnotiseerd raken door het uiterlijke, zoals moslima’s ook aangeven. Hun meest gehate vijand de VS is daar het symbool van. Niets is er echt, alles is er plastische chirurgie, met een kredietkaart gekocht geluk, etc. Dat willen ze niet, en de sluier zorgt ervoor dat mannen niet kunnen kijken naar de borsten en billen, lippen van een vrouw en kunnen verlijd worden tot verliefdheid in hun eigen zwakheid. Ze hebben fantasieën, dat wel, maar daar blijft het bij. Ze zullen ze moeten botvieren op hun vrouw thuis, die ze wel kunnen zien. Dat zorgt er dan natuurlijk wel voor dat een man alleen kan luisteren naar die vrouw en wat ze te zeggen heeft. Ik als vrouw moet mij dan ook niet druk maken over wat ik ga aandoen om buiten te komen omdat ik er goed wil uitzien voor de buurjongen. Het kan me worst wezen of mijn haar met krullen is of niet. Hetzelfde gaat voor die man die ik kan zien: hij is ook simpel gekleed, niet in een mooi Armani-pak etc, of dat zou toch niet mogen. Wat die man thuis aandoet weet ik niet en zal ik ook nooit weten als ik niet met hem trouw. Als ik bij hem thuis kom, zal ik bij de vrouwen plaatsnemen in een andere kamer. Van de ene kant lijkt dat een beetje eenzaam. Van de andere kant zijn er dan dingen waarover vrouwen het in detail kunnen hebben die mannen niet aangaan en die mannen zelfs niet fijn vinden. Als een vrouw een persoonlijk probleem heeft met haar man is het moeilijk daarover te praten als die man erbij is. Een westerse vrouw moet dan haar best doen een vriendin, haar moeder of wie dan ook apart te kunnen zien, zeker als haar man een controll freak is. Zelfs als een man in Saoedi een controll freak is, dan nog heeft ze de mogelijkheid met een vrouw onder vier ogen te spreken, gewoon omdat haar man of haar vader niet bij hen plaatsneemt tijdens het eten. In vergelijking met vrouwen in de westerse wereld die niet buiten kunnen komen omdat ze een jaloerse man hebben, is dat een opluchting. Zeggen dat mannen geen respect hebben voor vrouwen op basis van een hoofddoek alleen is onzin zoals het ook onzin is dat er wel respect is omdat ze geen hoofddoek dragen. In Afrika zijn er genoeg vrouwen zonder hoofddoek die worden verkracht. Dat is ook een feit.

Als we de mythe van Narcissus serieus nemen dan drukt die sluier twee dingen uit: ten eerste de uitroeiing van persoonlijke trots zodanig dat een mens anderen niet gaat minachten of vereren om hun uiterlijk en ten tweede het voorkomen van geobsedeerd te zijn met zijn eigen uiterlijk en het uiterlijk van anderen wat de aandacht afleidt van andere, belangrijker dingen, of de mens zelf en zijn innerlijk. Het is niet voor niets dat Narcissus afgeleid is van ‘narke’, slaap. Het is inderdaad zo dat een maatschappij die voor niets anders gaat dan voor uiterlijk wat ‘in slaap’ valt, zich niet meer kan concentreren op iets diepers en uiteindelijk wegzinkt in algemene onwetendheid. Wat maakt het inderdaad uit dat iemands haar kort of lang is, zijn gezicht vol puistjes staat of niet, hij dik of dun is, of (nu heel erg populair in de VS) welke vorm haar schaamlippen hebben? Zolang hij/zij maar wat te zeggen heeft is het fantastisch.

Als een vrouw dus ervoor kiest een hoofddoek te dragen, offert ze voor een deel het beeld op dat mensen van haar hebben, en dus ook een deel van haarzelf en haar ‘zelf’, ze nodigt een ander uit verder te kijken dan zijn neus lang is en dus doet ze iets wat tegen de tegenwoordige maatschappij ingaat. Zou het daarom zijn dat nog in 2004 vóór een hoofddoek werd actie gevoerd in de zaak Remmery en dat er, nu dat Facebook en alle oppervlakkige internetmedia zo alomtegenwoordig zijn, nu tégen een hoofddoek wordt actiegevoerd, of het ontslag van de vrouw in kwestie niet wordt in vraag gesteld? Zoals ene Nicholas Carr nog in De Standaard van gisteren zei wordt het lastiger diep na te denken hoe minder je het doet. Ik hoop dat ik verkeerd ben, maar ik vrees van niet. Het feit dat zelfs parlementsleden de neutraliteit van de staat aanhalen als een argument is een ernstig probleem. Het bewijst dat ze zelfs zulk een simpel denkproces al niet meer machtig zijn.

Vandaar dus die hoofddoek. Dus ja, het is een religieus symbool, maar het moet niet verboden worden, omdat:

1. het niet ingaat tegen de neutraliteit van de staat die er is om de burger tegen systematische discriminatie te beschermen;

2. de staat zich anders zelf schuldig maakt aan discriminatie wat niet de bedoeling kan zijn:

3. het ons uitnodigt een mens te zien en geen mooi mens alleen.

Maar laat nu juist het kijken voorbij de oppervlakte het grootste probleem zijn. Op meer dan een vlak.

Wednesday 23 February 2011

Andere Erfgenamen van Uilenspiegel

In zijn column Erfgenamen van Uilenspiegel komt Bart de Wever met het idee dat Vlaamse kunstenaars kleinburgerlijk zijn en gevangen zitten in ‘verstikkend eenheidsdenken’. Hij wil niet ‘gevaarlijker dan het Vlaams Belang’ genoemd worden.

Ik denk dat dat een reactie verdient.

Ik weet niet wat de heer De Wever denkt dat kunst moet zijn. Vanuit zijn pleidooi in De Standaard is het mij duidelijk geworden dat de man vindt dat kunstenaars ten eerste al sowieso veroordeeld zijn tot ‘wereldburgerschap, multiculturele verrijking en solidariteit’. Typisch het idee dat kunstenaars sowieso links van ideologie zijn. Ten tweede schijnt hij ook te vinden dat kunst op zich iets te maken heeft met culturele identiteit, vooral dan met taal. Wat kunnen we anders verwachten als iemand die behoort tot de NVA? Bij wijze van voorbeeld haalt hij Charles de Coster, Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren aan als schrijvers en uiters van een andere identiteit (ze zijn dan ook ‘vergeten’) en Jacques Brel als zanger en een voorbeeld van ‘fantoompijn’ bij de Franstalige Vlaamse elite toen de band met het Frans werd doorgeknipt. Ik denk dat de heer De Wever drie dingen verwart. Namelijk kunst op zichzelf, kunst die inherent met taal verbonden is, zoals literatuur en muziek, en kunst die een nationale identiteit uitdrukt.

Om ten eerste het idee al te counteren dat de schrijvers boven genoemd ‘vergeten ‘ zouden zijn… Ze zijn dan misschien ‘vergeten’ in de zin dat ze niet gezien worden als Vlaamse schrijvers op zich, maar ze zijn nog altijd heel sterk aanwezig op Wikipedia, in alle mogelijke talen, zelf niet alleen in het Frans. In het Engels, Croatisch, Spaans, Catalaans, Russisch, Arabisch, Esperanto en ga zo maar door. De ene al meer dan de andere. Het Engelse artikel kan dan nog door een Vlaamse fan geschreven zijn, maar Catalaans lijkt me moeilijker. Het lijkt niet dat die schrijvers, en niet alleen Maeterlinck die de Nobelprijs won, zowaar echt vergeten zijn. Als ze al vergeten zijn in Vlaanderen, zal dat zijn door het grote trauma dat ze Franstalig zijn en het feit dat we continu worden gebombardeerd met ‘de boze Waal en Franstalige Vlaming (verrader)’. Er is niets dat ons belet die mensen te lezen en te roemen om hun werk, zelfs als Vlaamse schrijver.

Literatuur (en haar verdienste) hangt niet samen met de taal waarin ze geschreven is, ze hangt samen met wat ze te zeggen heeft. Dat is bepalend voor haar kwaliteit. In die zin is het mogelijk voor een schrijver om in een taal te schrijven en een andere cultuur of een mix van twee/drie/vier:enz in zijn werk te beschrijven. Dat zal zeker zo zijn voor Afrikaanse Franstalige auteurs, of gaat de heer De Wever beweren dat die schrijvers die in het Frans publiceren ook Frans van cultuur zijn? Daarom is Camus werk interessant: het is getekend door het Frans-Algerijnse kolonialisme en is niet Frans-Frans.

Een goed voorbeeld hiervan is Joseph Conrad. Een Pool die pas vlot Engels sprak met een accent voorbij de twintig, bracht een facet in de Engelse literatuur dat niet Engels was, maar meer Slavisch. Hij wordt nochtans gezien als een van de groten, ondanks het feit dat hij niet Engels is. Zelfs in Polen is hij een ‘grote schrijver’ ondanks het feit dat hij in het Engels zijn boeken publiceerde. Het eerste bewijst dat Joseph Conrad nog steeds een Pool/Slaaf is en op een Slavische manier zijn ideeën uitdrukt, terwijl hij in het Engels schrijft. Er is dus geen reden behalve misplaatste trots om Maeterlinck en co te vergeten als Vlaams auteur omdat ze schreven in het Frans. Het tweede bewijst dat het mogelijk is om iemand als een nationaal kunstenaar te zien, zelfs als die zijn werk uitdrukt in een andere taal.

In de omgekeerde richting zijn er vreemde werkjes zoals van bijvoorbeeld E T A Hoffmann Das Fräulein von Scudéry dat geschreven is in het Duits, maar gaat over Mlle de Scudéry, ’s werelds eerste detectiveschrijfster, een Française en favoriete aan het hof van Louis XIV. Daar het geschreven is in het Duits, spreken de personages op een erg Duitse romantische manier, maar doen ze ook Duits. Ze reageren niet op dezelfde manier als een Frans boek hen zou laten reageren, zoals bijvoorbeeld bij Dumas. Dat geeft een vreemd gevoel. Zo gaat het ook bij Kleists Das Erdbeben in Chili. Een kortverhaal eigenlijk over de Franse Revolutie, maar gesymboliseerd door een aardbeving in Chili, met Chileense/Spaanse personages. Nog een voorbeeld is, eveneens Kleists, Die Marquise von O., een novelle die zich afspeelt in Italië met een aantal Italiaanse personages en een Rus. Al deze boekjes zijn een uiting van Duitse cultuur in die periode en een Duitse kijk op gebeurtenissen, zoals de Franse Revolutie, maar op een plaats die een andere cultuur heeft zoals Italië. Het is dus niet omdat iemand een boek schrijft in een andere taal dat hij een andere cultuur uitdrukt.
Zoals hierboven beweerd, hangt het af van het innerlijke van de kunstenaar welke cultuur die uitdrukt, niet van de buitenkant. Als de heer De Wever dus spreekt over ‘holle frasen’, dan kunnen we het niet helpen van eerder akkoord te gaan met Tom Lanoye dan met De Wever zelf. Wereldburgerschap is geen holle frase, maar essentieel als het aankomt op kunst. Een kunstenaar, als het een schrijver is, schrijft niet over wat er in zijn straat gebeurt. Best niet, want niemand kan daarin komen. Hij schrijft best over wat er in zijn maatschappij gebeurt, want dat zal iedereen wel interesseren, en de rest van de wereld. Dat is niet links, dat is logisch. Het past misschien niet in het kraam van de heer De Wever, maar dat is kunst. Kunst stopt met kunst te zijn als de toeschouwer ze niet begrijpt. Als dusdanig moet een kunstenaar veralgemenen, wil hij iemand buiten zichzelf aanspreken.

Verder dan literatuur en liedjes die gemakkelijk te verstaan zijn, staat dan beeldende kunst. Die moet echt universeel zijn, anders spreekt ze niet. Er zijn beeldende kunstenaars die werk maken op een manier die nationaal getint is. Denk daarbij vooral aan Delphine Boël om een duidelijk voorbeeld te nemen. Haar werk speelt vooral met de Belgische driekleur. Alhoewel er ook andere kunstenaars zijn die ook een nationaliteit hebben (iedereen heeft er een) en die daar geen punt van maken zoals bijvoorbeeld die andere beeldenkunstenares Niki de Saint-Phalle. Beeldende kunst kan op een eindeloze reeks manieren spreken, maar de heer De Wever gaat toch hopelijk niet beweren dat bijvoorbeeld Panamarenko een Vlaamse kunstenaar is omdat hij Nederlands spreekt met een Antwerps accent? Jan Fabre is toch geen Vlaamse kunstenaar omdat hij Nederlands spreekt? Ze zijn alle twee Vlamingen omdat ze in Vlaanderen wonen, dat noordelijke deel van België, maar wat is Vlaamse kunst? Wat maakt het werk van Jan Fabre meer Vlaams dan Belgisch of internationaal? Zijn de kevers meer Vlaams? Zijn Vlaamse kevers groener of glanzender dan Franse kevers of Waalse? Panamarenko en Jan Fabre zijn Vlaamse kunstenaars omdat, als dat nodig is, ze een nationaal adjectief nodig hebben om hen te identificeren, niet omdat hun kunst daardoor bepaald is.
Nationaliteit en identiteit in kunst heeft alleen betekenis als ze een duidelijke rol spelen voor de kunstenaar, zoals voor Boël. Dat komt tot uiting in haar werk. Als de identiteitskaart of de woonplaats van de kunstenaar niet in zijn hoofd speelt of niet een probleem vormt, is dat facet even belangrijk als de kast in hun woonkamer: niet. Het is iets nuttigs, maar niet meer dan dat. Het is er. En dan?

Wat wel zo is, is dat een kunstenaar voor een natie iets kan betekenen. Hij/zij kan een natie een identiteit geven, of kan een natie een excuus geven om een identiteit op te eisen, maar niet omgekeerd. Op dat vlak is Niet in Onze Naam misschien een streep door de rekening van de heer De Wever, want een massaal protest van kunstenaars die vooral niet willen geassocieerd worden met hem neemt hem de vaardigheid af van hen te gebruiken als bevestiging van die identiteit. Een groot acteur (zij het dan wat arrogant) als een Jan Decleir die een Vlaamse prijs weigert, is ook een streep door zijn rekening. Maar de heer De Wever moet dan niet verongelijkt doen als een kunstenaar hem ‘gevaarlijker dan het Vlaams Belang’ noemt. Dat is een mening en in dit land is er nog altijd vrije meningsuiting. Als die kunstenaar, vanuit zijn universeel brein, stelt dat de NVA een wolf in schapenvacht is, dan vindt die mens dat en dat mag hij. De Wever moet zich inderdaad niet moeien en al zeker niet aan een kunstenaar de les lezen. Als hij iets te zeggen heeft, moet hij zelf kunstenaar worden.

Ik sluit af met Charles de Coster, zoals de Wever aan zijn pleidooi begon:

« Que ne laissais-tu dormir dans leur tombe cet empereur et ce roi ? Pourquoi viens-tu aboyer à tant de majesté? Qui cherche les coups périra sous les coups. Il est des gens qui ne te pardonneront point, je ne te pardonne pas non plus, tu troubles ma digestion bourgeoise. (...)Tes personnages principaux sont des imbéciles ou des fous, sans en excepter un : ton polisson d'Ulenspiegel prend les armes pour la liberté de conscience; son père Claes meurt brûlé vif pour affirmer ses convictions religieuses, (...) Où voit-on encore ces choses ? Je te plaindrais si tu ne me faisais pas rire. »

“Waarom laat je toch die keizer en die koning niet rusten in hun graf? Waarom kom je hier blaffen tegen zoveel grootsheid? Hij die slagen zoekt zal aan hen ten onder gaan. Er zijn mensen die je nooit zullen vergeven, ik vergeef je ook niet, je verstoort mijn burgerlijke kijk. […] Je hoofdpersonages zijn narren of gekken, zonder één uitzondering: je kwajongen Uilenspiegel neemt de wapens op voor gewetensvrijheid; zijn vader, Claes, wordt levend verbrand om zijn religieuze overtuigingen, […] Waar zien we nog zulke dingen? Ik zou je beklagen als je me niet zou doen lachen.”

Is het toevallig of zijn die woorden exact die van de heer De Wever? Schokt het hem dat kunstenaars hem uitspuwen en andere waarschuwen voor dat ‘verstikkend eenheidsdenken’ (Vlaams eenheidsdenken is dan immers zo verstikkend als Belgisch eenheidsdenken of niet)? Verstoort dat zijn simplistische kijk op de wereld, die kijk die hij bij anderen kleinburgerlijk noemt? En verwijt hij de anderen voor hetzelfde als hij wil: vrij denken? Verwijt hij hen dat zij komen blaffen tegen zoveel grootsheid?

Inderdaad, hij zou ons beklagen als we hem niet zouden doen lachen… Maar zegt het spreekwoord niet ‘wie laatst lacht, best lacht’?

Thursday 14 October 2010

Immanente Rechtvaardigheid

Mgr Léonard heeft het weer eens gepresteerd. Hij heeft weer iets gezegd waar iedereen, politici en anderen, van steigeren… ‘[Hij] zie[t] in AIDS een soort van immanente rechtvaardigheid. Verschillende parlementsleden vinden de uitspraak ‘dom’, ‘weerzinwekkend’ of zelfs ‘misselijkmakend’. En meteen gaan er stemmen op om een kerkbelasting in het leven te roepen en zelfs om een resolutie te stemmen die de ‘misselijkmakende uitspraken van aartsbisschop Léonard veroordeelt’ om ‘tegengas’ te geven.

Alleen schijnt er een ding vergeten te zijn: de uitspraak is ruimer dan eender wie ze blijkbaar ziet. En ze impliceert duidelijk niet dat AIDS rechtvaardig is. Iets dat parlementslid Marleen Temmerman, niet toevallig ook gynaecologe, samenvat als: ‘Eigen schuld, dikke bult.’

Nee, die zin betekent niet ‘AIDS = rechtvaardig’, ‘AIDS is een straf’. Toch niet in die zin. In de ruimere zin misschien wel, maar dat is voor later.

Volgens Wikipedia is ‘immanentie’ een term uit de filosofie, ook gebruikt door Aristoteles, Hegel, Kant en zelfs Marx. In het christendom is de term ‘immanentie’ een duidelijk antoniem van transcendentie. In die zin is God transcendent en Jezus en de Heilige Geest immanent: ze zijn God in de wereld. God zelf is transcendent: Hij is niet voelbaar, Hij is niet en Hij is ook niet benaderbaar. Jezus en de Heilige Geest zijn dat wel. Jezus is duidelijk te benaderen, of was dat; de Heilige Geest is duidelijk aanwezig tijdens het Pinksterwonder om het zo te zeggen (de vurige tongen en de apostelen die in talen spraken die ze zelf niet verstonden).
Bij Aristoteles zijn de krachten die de wereld veranderen, regeren, immanent: ze resulteren uit de natuur zelf en werken er ook op in; zo ook lijkt Rousseau’s God te functioneren. Hij is een twee-eenheid van God en natuur.

Verder staat immanentie in het christendom ook nog, in een zwakkere benadering, voor het feit dat God zou ingrijpen in Zijn schepping om uiteindelijk het Koninkrijk Gods te laten neerdalen een keer die fase voorbij is. Zo ook bij Marx: de slechte effecten van het kapitalisme zijn nodig om het proletariaat voor te bereiden op het communisme, misschien zelfs om het ertoe te bewegen.

Dus wat zegt Mgr Léonard hier dan? Hij zegt niet, zoals Mevr Temmerman uitdrukte ‘eigen schuld, dikke bult’, daar gaat de zin niet over zoals hierboven geïllustreerd. Als Mgr Léonard spreekt over ‘een soort van immanente rechtvaardigheid’ en AIDS zelfs verbindt met de opwarming van de aarde bijvoorbeeld, dan kan het niet zijn dat de zin iets zegt over oorzaak-gevolg op persoonlijk niveau. We hebben inderdaad allemaal schuld aan de opwarming van de aarde, maar ook niet. Op het vlak van het broeikaseffect kunnen we dan wel ons beste beentje voorzetten om ecologisch te zijn: meer met de fiets rijden, zuiniger rijden en verwarmen, recycleren, composteren, maar als niemand van de multinationals meedoet en niemand de moeite neemt elektriciteit te produceren op een minder belastende manier, als niemand de moeite neemt zuiniger en betaalbare centrale verwarmingsketels te produceren, dan kunnen we ons beste beentje voorzetten, maar het zal blijven bij dat beste beentje. Een mens moet een aanvaardbare keuze kunnen maken en moet een aanbod hebben om te kunnen kiezen.

In die zin moeten we de uitspraak van Mgr Léonard lezen. Niet de persoon die met AIDS besmet is, is rechtstreeks schuldig, maar de hele opzet van een maatschappij die immoreel is geworden. Het is niet dat ik persoonlijk van die uitspraak en deze interpretatie zo overtuigd ben, maar zo zou ze moeten gelezen worden. Deze interpretatie past ook in de benadering die het Vaticaan propageert naar AIDS toe. Condooms zijn niet besteed aan de Katholieke Kerk, dat weten we allemaal, maar zoals eerder al toegegeven door een epidemioloog, is het standpunt van de Kerk op dat vlak (onthouding) zo gek nog niet. AIDS of HIV verspreidt zich namelijk niet zoveel als mensen zich zouden onthouden (dat behoeft niet veel fantasie). Het is alleen zo verspreid geraakt omdat mannen met andere vrouwen dan hun vrouw seks hebben/hadden en daarna met hun eigen vrouw of nog een reeks andere vrouwen/prostituees/enz, omdat homoseksuelen seks hadden met veel verschillende partners in hun leven. Daardoor ontstaat een gevaarlijk mechanisme dat besmetting in de hand werkt. Had iedereen een partner, misschien twee of drie in serie met verschillende jaren ertussen, dan zou HIV zich zo snel niet verspreid hebben. Het is een harde dobber voor organisaties die condooms propageren, maar het is wel waar en wordt beaamd door epidemiologen. Condooms helpen dan wel hier en daar, maar tenzij iedereen in de risicolanden overtuigd zijn zodat ze bij elk seksueel contact er een dragen (wat zeker niet het geval is), zijn ze niet effectief. Onthouding is simplistisch genoeg (niet is niet) en het maakt niet uit of iemand begrijpt hoe dat virus werkt. Bij condooms is dat niet zo. Dat is natuurlijk geen reden om condooms af te keuren als mogelijk middel (in het westen zullen ze wel effectiever zijn naar mijn mening). En met dat standpunt ben ik het dan ook niet eens, en zal het ook nooit zijn.

Maar, als we dus ‘immanente rechtvaardigheid’ in die context lezen, dan is die immanente rechtvaardigheid een effect dat een fase is voor de perfecte staat zal worden bereikt. Dan is het ook, in de zin dat de opwarming van de aarde dat ook is, een straf voor een maatschappij die teveel bezig is met seks en niet met liefde. Want waarom bestaan condooms en anticonceptiemiddelen: als we allemaal onszelf zouden kunnen bedwingen, zouden we ze niet nodig hebben…

Los hiervan hebben onze parlementsleden weer eens vooral getoond dat ze van veel woorden gemaakt zijn maar niet noodzakelijk van iets anders veel weten. Als iemand nu eens de Van Dale erbij had genomen in plaats van halsoverkop te reageren, dan hadden ze misschien eerder kunnen vermijden hun domheid ten toon te spreiden. Ik veronderstel dat stemmen ronselen beter is dan enige moeite doen om iets te begrijpen, laat staan dat van het publiek ook verlangen.

Bibliografie:

Wikipedia, Immanentie

http://www.worldlingo.com/ma/enwiki/nl/Immanence

Monday 20 September 2010

Tom Lanoye wint TZum-prijs voor mooiste zin

Tom Lanoye wint dit jaar de TZum-prijs voor de mooiste literaire zin van het jaar en krijgt hiervoor een beker en 49 euro (een euro per woord in de winnende zin). Lanoye, een veelgelezen schrijver, wint de rijs met het volgende:

‘Vijftien jaar had de badkamer met de caravanafmetingen probleemloos dienstgedaan, de sporadisch gekneusde knie niet te na gesproken van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven tussen rand en wand.’

Een ding is zeker, het is een lange zin. Of hij veel indruk maakt, is andere koek. Op The Literature Network Forums, een van de grootste literaire netwerken op het internet waar vrolijk wordt gediscussieerd over alles wat met literatuur te maken heeft en over literatuur zelf, noemde een lid dat Nederlandstalig is de zin ‘pompeus’ en ‘zeker geen voorbeeld van goed Nederlands’, een ander vond dat het ‘ik ben geletterd schreeuwt, maar niet op de beste manier.’ De leden van dit forum zijn allemaal fervente lezers en dus zeker geen mensen die geen lange zinnen aankunnen. De vraag is nu, wat is er dan wel mis met de zin?

Er is eerst en vooral een probleem met de structuur. Nederlands is een SOV-taal. Voor de lezers die geen taalkundigen zijn: Nederlands heeft een structuur die Subject (Onderwerp)-Object-Verbum (werkwoord) verplicht stelt in elke zin in die volgorde. Het eerste vervoegde werkwoord is in de meeste gevallen van geen echte betekenis en alleen een hulpwerkwoord zoals in de zin ‘Ik heb een brood gekocht’. ‘Gekocht’ is daar het belangrijkste woord van de zin en ‘kopen’ is het werkwoord dat vervoegd is in de VTT met hulpwerkwoord 'hebben'. Nu, omdat dus Nederlands een SOV-taal is, moet ook het werkwoord achteraan in de zin komen. Of met maximum twee beweringen nog erna, als ze niet te lang zijn. Anders eindigt het hele gebeuren in grote verwarring voor de lezer. Er is dus een probleem met de structuur. ‘…de gekneusde knie niet te na gesproken van wie zich, enz…’.Het zinsdeel, ingeleid door 'van' is geen voorzetselvoorwerp (de verlenging van een werkwoord met een bepaald verplicht voorzetsel) en heeft dus geen plaats na het werkwoord. Het zinsdeel ingeleid door ‘van’ is eigenlijk een extensie, een nabepaling, van ‘knie’, want het is niet zomaar een knie, nee het is een bepaalde knie. Resultaat, de lezer denkt dat de zin afgelopen is na 'te na gesproken', maar niets is minder waar, en waarbij hoort nu eigenlijk die ‘van’? Taalkundig is het uit den boze, fout, iets anders dan een korte bijwoordelijke bepaling of een kort voorzetselvoorwerp nog na het werkwoord te laten komen. (Taalboek Nederlands, Willy Smedts & William Van Belle, Uitgeverij Pelckmans, 2003) Dan was het natuurlijk mogelijk geweest om dat zinsdeel, die nabepaling van ‘knie’, tussen het onderwerp en het werkwoord te laten komen, wat normaler zou geweest zijn, maar hier is ook een probleem:

‘Vijftien jaar had de badkamer met de caravanafmetingen probleemloos dienstgedaan, de sporadisch gekneusde knie van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven tussen rand en wand, niet te na gesproken.’

De lezer die het probeert kan de zin volgen tot het werkwoord en moet dan terugkijken naar wat het onderwerp nu weer was. Of er is nog een mogelijkheid, zij het een wat gewrongen:

‘Vijftien jaar had de badkamer met de caravanafmetingen probleemloos dienstgedaan, niet te na gesproken de sporadisch gekneusde knie van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven tussen rand en wand.’

Ironisch genoeg klinkt de zin beter in het Duits, waar capriolen van deze soort wel normaal zijn:

‚Fünfzehn Jahre hatte das Badezimmer im Wohnwagenformat problemlos seinen Dienst getan, abgesehen vom sporadisch blaugestoßenen Knie dessen, der sich beim Schminken oder Rasieren vor dem kleinen Lavabo zu schnell umdrehte und am eigenen Leibe erfahren musste, wie gering der Spielraum zwischen Rand und Wand geblieben war.‘ (met dank aan http://echtzeit-online.de/index.php?url=archives/856-Badezimmertuecken.html&serendipity[csuccess]=true )

De zin heeft zowaar Kafka-allures, alhoewel er een duidelijk probleem is met het dubbelzinnige ‘wie’ in het Nederlands dat niet in het Duits te vertalen valt zodat dat het twee mogelijke geslachten heeft (een duidelijke must als het over schminken gaat). Maar waarschijnlijk had Kafka hem nog veel langer gemaakt. Lanoye had beter geopteerd voor ‘afgezien van’ (zoals de Duitse vertaling) i.p.v. een poging tot pompeusheid te wagen en een andere uitdrukking te gebruiken die moeilijker te hanteren is en zelfs verre van juist. Hoewel, de reden hiervoor waarschijnlijk te zoeken is in de Vlaamse angst voor dialect en de drang om toch maar ten koste van alles een uitdrukking te gebruiken die vooral niet alledaags is omdat die eerste waarschijnlijk fout is. (Nederlandse Taalbeheersing, Willy Smedts)

Voor de rest is er nog een probleem met de uitdrukking ‘te na spreken’ die alleen kan gebruikt worden met personen en niet met dingen als knieën. Buiten het feit dat ze gedateerd klinkt, lijkt ze ook nog eens fout gebruikt te zijn omdat ze eigenlijk ‘kwaad over iemand spreken’ betekent (Van Dale, 1975) en zeker niet ‘afgezien van’ of ‘daargelaten’, een interpretatie die hier duidelijk naar voor geschoven wordt. Als de uitdrukking over de badkamer had gegaan had ze nog kunnen dienst doen als verpersoonlijking, maar over de knie is het moeilijk te geloven. Kwaad spreken over een slachtoffer?

Verder staat er nog ‘aan den lijve moet ervaren’. Dit lijkt een contaminatie te zijn van ‘aan den lijve ondervinden’ en ‘ervaren’ zelf. Een frappante taalfout voor een schrijver.

De tegenwoordige deelwoorden zijn hopeloos archaïsch omdat wij Nederlandstaligen tegenwoordig een constructie met ‘terwijl’, ‘bij’, of ‘tijdens’ gebruiken. Deze tegenwoordige deelwoorden klinken (weeral) veel beter in het Duits dan ze ooit zullen doen in het Nederlands.

Dus ja, er is een binnenrijm (dat inderdaad meer ‘schreeuwt ik ben geletterd’ dan het eigenlijk een blijk ervan is, want het is zo voor de hand liggend) en er is ‘bruusk’ dat blijkbaar in Nederland uit gebruik raakt (in Vlaanderen wordt het nog vrij veel gebruikt, of dan toch in spreektaal) en de zin klinkt pompeus, maar eerlijk, een zin met taal- en grammaticafouten kan toch niet een mooie zin genoemd worden, laat staan een prijs winnen?

Zeker niet als er gekeken wordt naar de lijst met nominaties die veel andere kandidaten kent die wel een serieuze Nederlandse zin kunnen schrijven met minstens even goede beelden, of zelfs betere: http://www.kleineuil.nl/?pg=genomineerden.

De jury hierover interpelleren helpt niet echt, gezien de heer Coen Peppelenbos, redacteur van het blad TZum, lid van de jury en schrijver-dichter, eerder graag kleineert dan hierover een discussie te hebben. Elke commentaar die daarom in de buurt komt van negatief wordt van het blog geschrapt.

Ieder heeft een eigen mening, natuurlijk, maar het is duidelijk dat de kwaliteit van deze zin verre van perfect is. De vraag is of we een architect wiens gebouwen er wel mooi uitzien maar na een jaar uit elkaar vallen, een prijs zouden geven. Ik hoop van niet.

Thursday 24 September 2009

Impressions from Modern Day Poland

This might seem a strange title for a blog, but what do we know Poland from in the rest of Europe or the world? We don’t know Poland that well. We picture it as a very cold place like Russia, we know that they drink an awful lot (like the Russians) and for the rest? Ah, yes, it’s the place where all those great and reliable plumbers come from… but this is far from the truth.

We started our trip because we are looking for the origins of my husband’s family. So we wrote randomly to a few families and we were invited to come and stay (as Slavs naturally do). We went to a first family in Rypin where we – were given the daughter’s bedroom to sleep in. The daughter moved to the lake house where she organised a party with friends for us. We only stayed there for three days because after that we had an appointment with another family with my husband’s name. Nonetheless, we had a nice evening drinking (or at least they had, finishing 2 bottles of Vodka) and a nice barbecue in their perfect little house by the lake (absolutely breathtaking).

Then we moved, as I said, towards a family more to the east of Poland. It is interesting to note that, as we were on the bus, one could see the vegetation and natural environment changing. From a country looking like Germany, France or Belgium (ok, only a little bigger then) with fields of harvested crops stretching as far as the eye could see, we moved to an area with a lot of woodland and patches of field in between. My husband compared it to Russia. I am not sure how the people there would take it, but I can see his point. In fact, from the place we were going, the old border between Prussia and Russia was not even 10km away. So, in a certain sense the landscape foretold what country you were coming to then. Nowadays one still has to sit a few hours on the train to reach the border with Belarus.

But, people were not so much different from the family in Rypin. The stay was an amazing experience. We went a day early because there was no bus on the day we wanted and we stayed in a hotel. In the morning, whilst we were having breakfast, a person came from the reception and told us there was someone on the telephone for us, that she was sorry for giving out our name against hotel regulations, but that the man in question had been so nice that she had not dared to refuse. In fact, this man who turned up was our host who had called the other family (no family of his, never seen them either) to get informed about when we would arrive. That in itself was particularly resourceful. This man’s family was amazingly welcoming. The amount of trouble particularly the lady of the house went through for us we could never imagine in England, France or Belgium. Belgians like eating (if there is no good food, there is no good party or holiday), but this just topped the wildest dreams even of a Burgundian Belgian. There was for dinner: potatoes, leg of pork, pork and pineapple, stuffed duck, carrots, barszcz (beetroot soup) and this for only 6 people. During the afternoon there was ice cream, cakes and various drinks, not to forget fruit, and for supper there was bread with eel, three kinds of vegetable salad (self-made!), and various kinds of meat and cheese, with tea and coffee. This also for only 6 people. I had been ill the week before and I was not hungry, and they were concerned, probably that I did not like their food. The lady of the house would have gone to any length to please me, asking me if I liked ice cream better, or soup or whatever she could think of. For the next few days however, I recovered a little (they were still amazed at what little morsels of food I lived on). Food did not diminish and every day was a kind of feast. I think this was the fastest recovery in my history of illness. After one week, my tummy (before as flat as a pancake because of the lack of food) was back. My neighbours would have sworn nothing had been wrong with me.

The last meal with that family was the family’s son’s duty. He had become quite a friend in those few days. He entertained us, his parents, sister-in-law and nephew with a true banquet: soup with pasta , leg of pork, chicken, gołąbki (cabbage rolls filled with meat and rice), beetroot, cabbage salad, beans, and roast potatoes Wine was on tap almost and there was ice cream for dessert. His invitation was a little awkward, if anything down to his limited amount of English (although that had improved in those few days dramatically!), but it expressed the Polish idea of guests very well: ‘On Sunday you are coming to us, ok? And I will invite my parents too.’ ‘But we should still get to Rypin, and our bus goes at 12 o’clock.’ ‘You will first have dinner with us, and then you can go, ok?’ Indeed, they know what is good for you. As a guest you should be offered a proper goodbye. In the end, the father himself drove us to Rypin (1h 30min drive).

After Rypin, we moved to Płock, to the second family’s younger brother. There we got a true banquet in the evening too: fish salad, beetroot, stuffed duck, schnitzel, vegetable salad, bigos, bread with cheese and meat, tea or coffee and cake to end. Wine and vodka on tap.

In fact, both older people and younger people are very, very hospitable. They would go to any lengths to please you as their guest. Therefore you had better be careful with what you say: before you know it you will have what you mentioned in the morning. If you make the barest allusion to a theoretical plate of pasta, you might find it parked in front of your nose before you finish the sentence. There is only one thing one must like when invited to someone’s home in Poland: meat. It is inconceivable for Polish people to have someone who does not like meat, or even worse, a vegetarian. Although, I did see one book in a bookshop about vegetarian cooking… In fact the son of the second family who entertained us, told us that he went to Italy on holiday and that he was amazed at the little amount of meat they eat over there. The first thing he did when going back home was stop at the first Polish petrol station and eat leg of pork (Golonka as they call it, delicious as it is, I still don’t see a problem with Italian food). What struck me is indeed the great amount of meat they eat in Poland. So much that they eat almost as much meat as potatoes or even more and at the cost of vegetables that are represented by vast amounts of cabbage in all versions (in salad, cooked, sauerkraut, bigos and preserved), beetroot, and preserves like gherkins. These are additions to the main meal though and are not a major ingredient of it, unlike in England (the greens) or other countries.

As I said, as a guest you have to be careful with what you say. If you dare to mention that you eat a lot of pasta or rice, you will get that pasta or rice with your next meal. The only problem is that they might add it to the original meal as a starter and that you will only end up with more food on that table. Or they will do their best so much that they offer you three kinds instead of one kind of e.g. mustard. Not that that is not nice, only you will have to eat it all, so it is in your own interest not to mention too much of the other…

The only thing they expect, is that you taste all. Not that they will ever be truly satisfied unless you have eaten absolutely everything (then they can be sure you liked it), and that is quite impossible. In fact it is quite hard to tell them that you have had enough. Certainly if you eat little you will have a problem, because they will keep persisting that you would have eaten more if you had liked it. The concept ‘too much’ is not in the Polish dictionary. In fact, it is surprising that there are Poles who do not eat such an awful lot, but you as a guest are ironically expected to eat all the time, even if they have long finished… Although, in some instances, a Polish stomach can eat too much. On a certain day in Działdowo, we got pierogi for lunch. Despite the lady of the house saying that we would be hungry in an hour (not likely!), we were not. Still, we got cake and ice cream for ‘in-betweeny’ and she said she would make ‘a little’ for supper. After the ice cream, I had already given up the cake and I had eaten about half of one of the two pieces I had got on my plate. The ‘light’ supper she made us consisted of bread and cheese and sausage with onion! After one sausage my husband and the gentleman of the house were satisfied. Despite this, he (‘the food-terrorist’ his son calls him, which speaks a great deal) kept offering. My husband decided to play the game and told him he would eat one if the gentleman of the house would eat one too. The lady of the house had eaten none, and I had not eaten anything (without protest from them this time!) being full with ice cream and cake. So, the two gentlemen ate their second sausage. That night, my husband was alright, but the Polish stomach was too heavily laden and it was awake the whole night. At breakfast time, he was still not hungry. Only late in the morning. After this incident, we did not get offered as much food as before, message understood. But I am sure the effects of this lesson will wear off…

Another problem might be that as you move from the one to the other, they will have called one another and have found out that you like pasta or that you have a sweet tooth and the things you have said in the one household might start to lead their own lives. As hosts they feel obliged to serve you as best they can, i.e. be there for you and even take you around town in the middle of the night if you express a desire to have a walk. It might be hard to decline their company if you want to go alone and it might be better to just go off or to tell them when you are already going rather than discussing the issue, because you will end up with infinite company.

The thing with Slavs is that you have to dare to put your foot down and categorically refuse. It might seem uncourteous at first, but the benefit will be that neither you nor your host will become frustrated. When being somewhere, your host is waiting to bring you home. If you do not tell him you are tired and you are waiting for him to get tired, he will not become tired at all as he thinks you are not and you will end up sitting there a whole night, both you and your host (and maybe even his guests) frustrated at the length of the evening. For an English, French or Belgian person, you have to do the insolent thing and say ‘I want to go home now’ at a certain time in the evening that seems acceptable to you. The host will never tell his guest to go home, not even if he himself is dropping off to sleep.

Being a guest is quite a gratifying experience as you are the king, but do not abuse your power. Not eating is an insult, particularly if that refusal extends itself to traditional dishes. However, if you do not eat something because you are allergic, you just do not like it or you are not allowed to eat it, you are in no way pressurised to eat it. They will appreciate the explanation more than you just not touching it. The latter would just mean it doesn’t look nice and that (mostly) the lady of the house is a bad cook. They might be puzzled for a while, but the issue will not be mentioned anymore. If you like something, certainly shout ‘mmmmmmmmm’, because it will take the attention away from something you do not eat. If you take something, then eat it all. Leaving something means you didn’t like it. Rather take a little less and take more afterwards, than taking a huge lot and leaving half because it was more than you expected. But… Do not think that you can take all attention away from yourself and that awful fish in the middle of the table. If they do not offer it to you there and then, they will certainly have seen you not eating it and have drawn the conclusion that you do not eat fish. Strange habits will also travel to close relations: the fact that I had eaten the day after arrival (the day after the non-eating disaster) travelled to the son before I had had a chance to tell him. I guess the lady of the house was so pleased she alerted the neighbourhood :D. If you are full then keep repeating it. No compassion. If you have to eat everything on that table, you will end up sick for the whole night.

It is also not rude to start before all people at the table have got their plate or put things on their plate. It is perfectly acceptable to start eating the soup when the lady is still busy putting the next course on the table. In fact, one might say that the concept ‘course-meal’ that was introduced, ironically, by the Russian ambassador to France in the early 19th century, has not entered the collective mind in Poland. Sometimes in Germany you do get your salad a little before your main course, which it belongs to, but in Poland the contrast is quite sharp. Soup, meat, potatoes, vegetables, etc. come on the table all at the same time, like it was before the service à la russe (in the Russian way), called service à la française (in the French way). Pausing between courses (between soup and the rest) is not a must. Because of this of course, Belgians get problems, because they can eat a whole afternoon if need be, but only with regular pauses, not in one go. With a slight reservation at the soup being eaten first, then the rest and the food on the same table as the guests are at, guests are supposed to take what they like and eat as much as they can in any order they wish. The meat takes the centre of the table, as in service à la française.

Certainly do remember the lack of course-structure when you are in a restaurant: the one person orders a starter and the other one not? The two will get their courses at the same time: the one his starter and the other his main course. ‘A guest under no circumstances must be made to feel hungry’ is the thing that lies behind it. So when ordering a starter for two, make sure that the waiter has got that, otherwise the starter comes together with one main course. Also do not be shocked at the fact that not everyone receives his food at the same time: the food is ready? Put it on the table. Golonka and pierogi do not arrive at the same time, so eat your pierogi alone and be merry. Your fellow table-guests will not reproach you for eating when they have nothing and your food will not get cold.

The Germans might not know how to make proper coffee, bless their Lederhosen, but the Polish do. We would expect them not to as we are not in France or Belgium, but they do amazingly good coffee. And no modern machine-crap, only in the most trendy places. In fact you can ask for a Turkish one and they will make you coffee with the grated coffee in the bottom if you wait long enough. Tea is something they also drink a lot and as soon as you enter a household the first question will be if you want coffee or tea. After two times they will not even ask and just make you tea. If you want something else, then by all means tell them! They are bound to have fizzy water, coke, lemonade, and juice for you if you want it. Still water is difficult to come by unless you know the brands that have true still water, because the other that is stamped ‘niegazowana’ is usually lightly fizzy. Someone told us that they do not buy still water in bottles because the Polish water that comes out of the tap is too good. The question remains why they do not serve that same water they drink to you, but it will no doubt be a purely hospitable answer…

Food: if you want to go and eat as a tourist, you have two options. Either you go for the expensive option or you go for the very reasonable option. The expensive option will take you to a restauracja where you pay up to 30 złoty for a main course (we saw one in Poznań with a daring 88 zł (22 euro) price tag for a main course, but that’s an exception), the less expensive one will be the milk bar where you can get a main course for less than 10 zł. For the last option you will have to be prepared for blinding tl-lights and plastic cutlery, but other than that, their pierogi, coffee, tea, knödel and other things are at least as good as in the restauracja, only with a lot fewer frills. But even taking the milk bar into consideration, prices in Poland are very reasonable with an average amount of 4 zł (1 euro) for a coke, 5 for two cups of tea in one pot and 17/18 for a plate of pierogi (usually 8 pieces). Soups are sometimes even below 10. Only try that in Germany or even worse, Belgium: no chance. Foreign food like Pizza or Pasta is starting to get there, but is not very much present, although in most places there must be a crazy Turk who serves besides his Kebab also Pizza. At any rate, the lasagna and pasta we had on the great market square in Płock was very good. However, why have pizza when you can have Polish food?

Because of the excess of meat on the table (for breakfast, dinner and supper, naturally!) it is likely that at some point you will want to have something non-meat for dinner or supper. Or you might want something non-potato for a change. Good news: all menus have pierogi with cabbage and mushrooms on their menu, and some have soups with only vegetables, but some are garnished with sausage.

Pierogi: they are pasta-bags with filling, a lot like ravioli, but it is disrespectful to call them that. Do not fear, pierogi are not made with suet, so they are not heavier than the average ravioli, which allows you to eat as much of them as you think you can manage. They are eaten with meat-stuffing, cabbage and mushroom or à la russe with another type of bacon-filling. They are usually served boiled with fried bacon or bread on top and possibly a side dish of cabbage or something of the sort. After a pierogi main course, ironically, you could move on to the pierogi desert too! It sounds strange, but pierogi can also be stuffed with a cottage cheese-like filling and eaten with sweetened cream, or they can be filled with jam and eaten with sugar on top. The Italians didn’t think of that!

Barszcz: this is beetroot soup. Slavs are crazy about beetroot and eat them cold, hot or preserved and they make soup of them, of course, whatever they prefer. In milk bars you have a choice between Ukrainian, Russian or Polish barszcz, depending on whether you want pieces in it or just ruby-red clear soup.

Golonka: as we stayed with the fanclub of the Golonka, we had no option but to have it. I am not sure whether it was mainly this man’s family’s preference or a general Polish preference, but this leg of pork is certainly delicious.

Dill: they like dill a lot, sprinkled on potatoes, with cucumber, with cabbage. They use both the seeds and leaves of the plant.

Cake: Poles eat little sweet things like jam, but they do like their ‘sernik’ (cheese cake) and ‘szarlotki’, as Wikipedia tells a desert that has been around for some time. So long that the true etymology of it has been lost in the mists of time. It is linked with the well-known Charlotte Russe as that is the latest version, but the traditional one has been around for a longer time. As with the meal à la française, the Poles here again stayed on the quite traditional side of things and did not get strung along by the French. Essentially, ‘szarlotki’ are cakes, with a crusty outside and sometimes crumble topping, with apple or custard filling. Hence the Charlotte Russe with boudoir-biscuits on the side and custard in the middle. That said, the most popular version is the szarlotka with apple in the middle.

It has certainly been an interesting experience to have been with Poles and to have been part of their family and way of life. Not all tourists have that opportunity and I am thankful for having had it. We are in Europe and we are all part of this union, but we are, thankfully, not really alike, otherwise life would get really boring…